Vele jaren ben Ik actief betrokken geweest bij landelijke en plaatselijke oecumene.
We hebben veel tijd en aandacht besteed aan het ‘samen aan tafel gaan’. We hebben dat ook veel gedaan en dat was verrijkend. Maar niet vanzelfsprekend. En soms zelfs verboden.
Onderstaand verhaal spreekt mij zo aan omdat het gaat over samen eten, breken en delen, maar ook: samenwerken met het oog op vrede en rechtvaardigheid, werken aan een wereld waarin iedereen het leven heeft.
Ik heb de afbeelding erbij gekozen omdat deze naar mijn idee iets weergeeft van ‘hoe niet en hoe wel’.

Jeannette van Andel

Tussen Emmaus en Jeruzalem
(meditatie bij brood en wijn) Jan van Opbergen

Op een oude, lange weg, begonnen in Jeruzalem en aangelegd met het oog op toekomst voor allen, liepen mannen en vrouwen die zich noemden: ‘Mensen van de Weg’ of ook wel: ‘Volgelingen van de Heer’.
Allen waren ze vertegenwoordigers van allerlei christenkerken, al bij al een indrukwekkend getal. Ieder van hen had zijn eigen traditie, zijn eigen bladzijde uit het Heilig Boek, zijn eigen uitleg ook van de woorden van de Heer. En daarom liepen ze dan ook streng gescheiden naast elkaar voort.
Om het gewicht van hun waarheid te onderstrepen droegen ze zegelringen, plechtige mantels of hoge hoeden. En in hun gevolg waren geleerde mannen die boeken schreven, vol met uitleg en onomstootbare bewijzen. Soms kwamen ze even vanuit hun gescheidenheid bijeen om ervaringen uit te wisselen en ook omdat ze niet zo goed raad meer wisten met die woorden van hun Heer: ‘dat ze allemaal één zouden zijn’.
Maar daarna gingen ieder voor zich toch maar weer hun eigen afzonderlijke gang.
Op die lange weg liep ook een vreemdeling. Hij hoorde bij niemand en bij iedereen. Soms liep hij een tijdje mee met een groep, dan weer sloot hij zich elders aan en af en toe was hij nergens meer. Op zekere dag, wie zal het zeggen, nodigde die vreemdeling iedereen uit een avond bij hem te gast te zijn. En ze kwamen allemaal want ze kenden hem nog, hetzij van pas geleden, hetzij uit lang vervlogen dagen.
En de vreemdeling begroette hen zo:
‘Niet overal waar kerken zijn is de Heer, maar overal waar de Heer is, daar is zijn kerk!
Vanavond, nu het donker wordt zijn jullie hier bij elkaar en ben ik in jullie midden…’
Vervolgens las hij met hen de gezamenlijke Schrift en gaf hen opnieuw oog voor de grote, rode lijn van recht doen en vrede maken.
Daarna zette hij zich met hen rond de tafel.
En terwijl ze samen het brood braken en de beker deelden herkenden ze hem opeens weer, in elkaar. Iemand zei nog: ‘Toen we onderweg zo redetwistten verdween hij lange tijd uit ons midden, maar nu we eindelijk samen breken en delen, is hij opnieuw en onverdeeld aanwezig!’

afbeelding: hongerdoek Misereor 2013 (Bolivia): hoeveel broden hebben jullie?